twofrckls

twofrckls

9 september 2012

Avontuur in Zweden - Deel 2

Op mijn eerste vrije dag wil ik graag een kijkje nemen in het dichtsbijzijnde dorp Borensberg en dat kan prima op de fiets zegt Petra. Ze zal me de route laten zien. Ik krijg een oude barrel, een helm en regenkleding in mijn handen gedrukt. Even later fietsen we het erf af en meteen baal ik van de oncomfortabele fiets; zadel hoog, stuur laag, lamme knijpremmen en achter mij zwabbert een groot geel kinderzitje vrolijk heen en weer. We nemen niet de route over de gewone weg en daar ben ik maar wat blij om, want het verkeer mag er 90 km per uur en raast dus vlak langs je heen (fietsstroken- of paden langs de weg zijn er niet), inclusief trucks met opleggers met megagrote boomstammen erop...ieks! Maar de fietstocht is er niet minder avontuurlijk om, zo moeten we dwars door een weiland heuvelopwaarts fietsen om daarna een weggetje te nemen met grote losse stenen erop, ik ben opeens heel blij met m'n helm. Terwijl Petra honderduit praat over hoe jammer het is dat de Ikea zo commercieel is geworden trap ik me zwetend en puffend een ongeluk op het barrel. Als ik klaag over mijn polsen en rug ruilen we van fiets, maar het scheelt weinig. Het fietspad langs het Göta Kanal blijkt gelukkig een normaal pad om op te fietsen en zo komen we een half uur later aan in Borensberg. We doen wat boodschapjes en sneupen bij de kringloopwinkel.

Als ik een week of twee later een lange fietstocht ga maken ben ik zo wijs om de mountainbike van Susanne te lenen; de twintig versnellingen komen goed van pas bij het licht heuvelachtige landschap. Ik verkijk me alleen een beetje op de afstand tussen de dorpjes en voor ik er erg in heb, heb ik 25 kilometer gefietst en ben ik nog steeds in-the-middle-of-nowhere. Gelukkig vind ik een rustig Engels park waar ik kan bijkomen en m'n brood kan eten. Ik fiets daarna tegen beter weten in nog een stukje verder, richting het dorp, maar ik ben te moe om verder te gaan. Dus keer ik maar om en begin aan een moeizame terugreis. Twee uur later sta ik met een hoofd als een tomaat en een kont als een plank weer op het boerenerf, ik heb het overleefd, maar voortaan houd ik het bij korte stukjes fietsen!


Borensberg


Het meer Boren gezien vanuit het Engelse park



Terug naar mijn eerste vrije dag; die middag vertrekken Petra, de kinderen en ik naar het dorp Lotorp, een uur rijden vanaf Klockrike. We gaan naar het lentefeest van Christina en Kristr, een ontzettend aardig stel van middelbare leeftijd dat in een geweldige omgeving woont met bos, meren en bergen. Ik ontmoet die avond vriendelijke en interessante mensen, zoals een man die me vertelt hoe leuk het op de Nederlandse Floriade is en een hetero stel waarvan de man die avond als vrouw verkleed is en zijn vriendin van veertig die zwanger is van hem. Ook hoor ik dat de zestienjarige dochter van Christina en Kristr, Jolin, een jaar eerder is verongelukt, overal in hun huis hangen foto's van dit prachtige blonde meisje dat zo vroeg uit het leven is gerukt. Het is het eerste feest sinds haar dood en Kristr houdt een speech over haar voor we aan het bbqen beginnen, ik versta het dan wel niet, ik begrijp en voel de emoties wel. Na het bbqen wordt er gedanst in de woonkamer, ik doe ook mee en het voelt goed! Ik sla af en toe wat dronken heren van me af, pas op de kinderen en voer gesprekken met Petra. Haar leer ik van een andere kant kennen; zij en Jens blijken een open huwelijk te hebben, ze heeft er een minnaar bij. Ik knipper even met mijn ogen...ze blijken moderner dan ik dacht! Die nacht slapen we in de kamer van Jolin en dat maakt veel indruk op me; haar bureautje met computer staan er nog, er hangen mooie tekeningen aan de wand en er staat een altaartje met haar zonnebril erop, het krantenbericht over het ongeluk en haar foto. De volgende ochtend ontbijten we uitgebreid in de zon en wandel ik nog wat rond. Ik voel me goed! Wat is het gaaf om in Zweden te zijn en dit allemaal mee te maken! 





Een spectaculair uitzicht na beklimming van de berg achter het huis van Christina en Kristr
In de week die volgt ben ik overdag veel aan het onkruid wieden, plantjes bewateren en bedek ik groot onkruid met karton en oude mest. Na twee weken op Örbäck heb ik het gevoel dat ik er al twee maanden verblijf. De dagen zijn intensiever dan verwacht; het werk, het communiceren, het socializen, de drukte van de gezinnen, de speciale open dagen die Örbäck organiseert, een verjaardag, de activiteiten op Hemelvaartsdag en alles wat ik in mijn vrije tijd onderneem. Het samenleven met de gezinnen valt ook niet altijd mee, zo moet ik vaak vragen waar dingen liggen en of het uitkomt dat ik ga douchen of internetten. Ook wordt er van me verwacht dat ik meehelp in de keuken met het dekken en afruimen van de tafel en het in- en uitruimen van de vaatwasser. Daarnaast blijk ik niet zo vrij te zijn om te eten en drinken wat ik wil, wat me op de eerste dag wel is beloofd. Zo krijg ik te horen dat ik maar niet teveel muesli meer moet eten, dat is zo duur! Als ik dan maar zelf een doos heb gekocht wordt me vriendelijk verzocht de yoghurt te laten staan, alleen tijdens de lunch mag ik het nog eten... Ik heb best veel moeite met deze beperkingen en begin te verlangen naar thuis, waar ik zelf mag weten wat ik wanneer eet.

Door de intensieve dagen slaap ik slecht en heb ik beklemmende nachtmerries waarin ik stik of opgesloten zit in een huis zonder ramen en deuren. Ik begin me af te vragen of het niet een beetje teveel gevraagd is, om acht weken lang op deze manier te leven. Ik krijg het advies om vooral mijn pauzes niet over te slaan, om in mijn eigen tempo te blijven werken en er in mijn vrije tijd veel op uit te gaan. Op mijn vrije dagen doe ik dat ook steeds. Ik bezoek de charmante stad Linköping (spreek uit als Liensjeuping), de kleine plaatsen Motala en Vadstena, ik zoek Anna op - ik leerde haar kennen op Christina en Kristr's Vårfest - en ik maak fietstochtjes. Het was soms een gedoe met bussen nemen, Zweedse OV-chipkaarten en dramatisch vroege sluitingstijden (in Motala en Vadstena gingen winkels en koffiehuizen om 15:00 uur al dicht!), maar wat heb ik veel mooie plekken gezien! 
      
Op een terrasje in Linköping
Linköpings prachtige park
Veldboeketje plukken
Lezen op een bankje
Kunstwerk in Motala over de ultieme fietstocht in Zweden; Vätternrundan
Strand Varamon in Motala
Klassieke straatjes in Vadstena
Na drie weken op Örbäck begint het onkruid wieden me tegen te staan. Het is naast het bewateren van de plantjes de belangrijkste taak en ik doe haast niets anders. Het is die week meer dan dertig graden en heel warm in de moestuin. Met een geeky zonneklep op en een vuurrood hoofd spit ik een stuk grond om. Susanne zou me helpen maar is in geen velden of wegen te bekennen. Ik droom weg over luie zonvakanties en fantaseer over zwemmen, op een strandbedje liggen en rondslenteren in toeristische badplaatsen. Gelukkig kan ik leuk kletsen met het aardige Engelse stelletje dat er een week is om te wwoofen en dat maakt de dagen net wat leuker. Op donderdagavond gaan we met z'n drieën naar de pizzeria in Borensberg, hartstikke gezellig. 



De vrouwen aan het spitten, harken en bewateren
Tomatenplanten in de zelfgebouwde kas
Een groot verschil tussen Nederlanders en Zweden is de manier waarop ze hun kinderen opvoeden. Althans, als ik de Örbäckkinderen vergelijk met de Nederlandse kinderen die ik ken. Discipline en regels, het lijkt wel of ze hier geen van allen van gehoord hebben. Het zijn een soort Pippi Langkous-kinderen: gebreide vestjes in regenboogkleuren, twee verschillende sokken aan, de jongetjes dragen de oude bloemetjestuniekjes van hun zus, ze hebben altijd een smoezelig gezicht en vieze vingers en ze klauteren het liefst in bomen. Ze zijn wild, druk en lopen gerust een hele dag in een hemdje en op blote voeten rond bij dertien graden. Nou heeft dat Pippi Langkous-achtige nog wel iets grappigs, maar het lawaai dat ze maken vind ik minder grappig. Elk uur huilt er wel een kind en s'avonds bonken ze schreeuwend met het bestek op tafel. Eten vliegt in het rond en vader en moeder zeggen zachtjes 'wil je dat niet doen?'. Ik heb wel eens met open mond staan kijken naar hoe twee kinderen met hun voeten op de piano aan het stampen waren. Horendol werd ik van het lawaai elke dag en ik vond het dan ook zalig als ze allemaal naar school of de dagopvang waren. Wat ik wel heel goed vond was de mate van vrijheid die de kinderen kregen. Ze mochten veel zelf ontdekken en uitproberen, waar we als Nederlanders vaak gevaren zien en een kind daardoor (te)veel uit handen nemen. De Örbäckkinderen zitten dan wel onder de builen en blauwe plekken, ze zijn heel behendig, zelfstandig en onbevreesd.

Sinds Zweden heb ik er een paar favoriete lekkernijen bij: chokladbollar en rabarberpaj. Zo maakt Petra een hele schaal vol chocoladeballen op de avond van het Eurovisie Songfestival en regelmatig eten we na het avondeten een stuk rabarbertaart. Waanzinnig lekker!


Rabarberpaj met slagroom, ijs of vanillesaus..mmmm!
Zelfgemaakte taarten en rabarbersap op Jens' verjaardag
Als ik aan het eind van de derde week voor de zoveelste keer vermoeid opsta, na zes dagen werken in de moestuin, nachtenlang woelen, draaien en plassen op een emmer (net iets prettiger dan de buitenwc) en ik tijdens het ontbijt op mijn kop krijg dat de vaat niet is weggewerkt en de kippen nog niet gevoerd, barst ik in tranen uit. Ik doe zo mijn best, ik ben kapot! Snikkend probeer ik duidelijk te maken dat het me allemaal te veel is. Maar dat wordt niet echt begrepen. Ik voel me ellendig, dit ga ik niet volhouden! Ik besef dat het zo niet langer kan en besluit mijn verblijf in Zweden met twee weken in te korten. Ik voel me meteen opgelucht, zes weken is immers ook een hele mooie periode. Die nacht en de nacht erna slaap ik voor het eerst de hele nacht door. Nu weet ik zeker dat ik de juiste beslissing heb gemaakt!

Volgende keer in het derde en laatste deel van Avontuur in Zweden: Andere werkzaamheden, de Zweedse taal leren met kinderboeken, wat zit mijn broek opeens strak en tranen bij het afscheid